Fire schreef:
"Het gejeremieer binnen de club, de speculaties buiten de club, de krakkemikkige voetbalwedstrijden, de hectoliters kranteninkt, de tienduizenden woorden op radio en tv. Het lijkt wel alsof het Astridpark is veranderd in Armageddon", zegt Filip Joos in zijn column in De Standaard.
"Manager Herman Van Holsbeeck klaagt dan weer steen en been dat hij met een lege portefeuille de wintermarkt werd opgejaagd, en dus eerst moest verkopen alvorens te kunnen kopen. Welkom in de echte wereld, meneer Van Holsbeeck. Welkom in de wereld van uw collega's bij het gros van de eersteklassers, die al hun hele leven de tering naar de nering moeten zetten."
"Zeker, anderlecht zit in de woestijn. En de droogte is des te ondraaglijker wanneer rivaal Club Brugge fantastisch voetbal op de mat legt. Maar bij al dat Brusselse (zelf)beklag zou je stilaan willen schreeuwen: get a life, verman jullie! Het seizoen duurt maar vijftien matchen meer. Want zelfs in de woestijn zit anderlecht in een luxepositie, waar pakweg Moeskroen, Kortrijk en Eupen niet eens van kunnen dromen", stelt Joos.
Iemand de hele column?
Bij deze:
Anderslecht?
(De Standaard/Economie, Za. 10 Feb. 2018, Pagina 16)
En als het nu eens allemaal niet zo erg was? Of, beter nog, als het nu eens helemaal niet erg was?
Die vraag gistte al even in mijn hoofd, maar kwam pas echt naar boven toen ik Meryl Streeps personage in The Post van Spielberg een motto hoorde citeren van haar vader, een krantenmagnaat: 'Het nieuws is een eerste, ruwe schets van de geschiedschrijving.'
Ik denk aan de frenetieke berichtgeving rond de overname van Royal Sporting Club anderlecht. Het gejeremieer binnen de club, de speculaties buiten de club, de krakkemikkige voetbalwedstrijden, de hectoliters kranteninkt, de tienduizenden woorden op radio en tv. Het lijkt wel alsof het Astridpark is veranderd in Armageddon. Zijn al die onheilstijdingen gerechtvaardigd?
De verhaallijn van de overname doet denken aan Dallas. In de Amerikaanse televisieserie ging het om olie, om mannen met cowboyhoeden, om vetes, om J.R. en een vrouw genaamd Sue Ellen. Al het voorgaande kan je vervangen door: het ging om geld. Dat is exact waar het ook bij anderlecht om draait: geld. Om stadions, om ego's, om bouwkranen die aan de slag moeten. Alleen is Sue Ellen in geen velden of wegen te bespeuren, de kibbelende zakenlieden zijn allen van de mannelijke kunne en hebben duidelijk geen vrouw nodig om intriges te laten floreren.
Het is begrijpelijk dat wie midden in de vaudeville zit, al vrolijker uit zijn bed is gesprongen dan hij dat dezer dagen pleegt te doen. Coach Hein Vanhaezebrouck, bijvoorbeeld, is in een bizar sprookje beland. Hij dacht na het uiteenspatten van zijn huwelijk met zijn lange tijd door iedereen nagefloten indianenvrouw op een groenere weide te zijn beland. Wie schetst zijn verbazing toen hij zijn vers aan de haak geslagen prinses voor het eerst kuste, en ze prompt - de gebroeders Grimm draaien zich om in hun graf! - veranderde in een kikker?
Verbouwereerd en laconiek bestempelt de coach intussen zelf, telkens als het gestuntel op het veld hem daar de kans toe biedt, de kikker als een vadsige pad. De club bevindt zich in een patstelling, de coach komt bijna dagelijks met een padstelling. Het leverde afgelopen zondag nog grandioze tv op: 'Waar waren wij? Waar was het team? Waar waren de sterkhouders, de mannen die als het over anderlecht gaat altijd zeggen: “Ik, ik, ik”?' Op het college van Lauwe werd in de jaren zeventig Shakespeare onderwezen, zoveel is intussen duidelijk.
Manager Herman Van Holsbeeck klaagt dan weer steen en been dat hij met een lege portefeuille de wintermarkt werd opgejaagd, en dus eerst moest verkopen alvorens te kunnen kopen. Welkom in de echte wereld, meneer Van Holsbeeck. Welkom in de wereld van uw collega's bij het gros van de eersteklassers, die al hun hele leven de tering naar de nering moeten zetten. Van Holsbeeck wijst op zijn mooie palmares, en terecht. Het is allerminst zeker dat zijn opvolger even succesvol wordt. Maar hij kon de club de laatste jaren niet behoeden voor een vrije val. René Weiler was een miscast. En het aankoopbeleid van anderlecht werd al te gretig uitgevent aan Mogi mogol Bayat, specialist puinruimer, en daarom met alle egards behandeld bij wel meer eersteklassers. Dat op die manier de scoutingcel van anderlecht gaandeweg pure windowdressing werd, nam de manager al te makkelijk voor lief.
Medelijden reserveren we beter voor Waasland-Beveren: een half seizoen lang was dat ineens een beresterke ploeg, die prompt en zonder pardon werd leeggeplunderd. Er is geen enkele garantie dat volgend jaar het degradatiespook niet in de Freethiel op bezoek komt.
Zeker, anderlecht zit in de woestijn. En de droogte is des te ondraaglijker wanneer rivaal Club Brugge fantastisch voetbal op de mat legt. Maar bij al dat Brusselse (zelf)beklag zou je stilaan willen schreeuwen: get a life, verman jullie! Het seizoen duurt maar vijftien matchen meer. Want zelfs in de woestijn zit anderlecht in een luxepositie, waar pakweg Moeskroen, Kortrijk en Eupen niet eens van kunnen dromen: aan de horizon gloort een oase, en dat is geen fata morgana. Verrek, ze lijkt zelfs verdacht veel op de Ourthe, de rivier die zich door Durbuy slingert.
Op 1 maart is anderlecht familieclub af. Maar wat was dat woord nog waard? Veel joie de vivre straalde het duo Vanden Stock en Collin al een hele poos niet meer uit in het voetbal. Op de jaarlijkse lijkbiddersdagen in Templeton, Massachusetts, gaat het er vrolijker aan toe dan op de eretribune van het Astridpark. En ook hier is medelijden misplaatst: de verkoop heeft de neven allerminst aan de bedelstaf gebracht.
Dra is het aan Marc Coucke, de man die zijn collega-voorzitters uit eerste klasse ver achter zich laat op de Balthazar Boma-index. En dat vinden we gek. Ons is immers altijd verteld dat de nar en de machthebber twee tegengestelde figuren zijn, maar kijk: de nieuwe president van anderlecht verenigt ze in zijn persoon. De nar werd even in een kerker gestopt, bij de verkoop van Oostende aan een al te bevriende zakenman, dat lijkt niet koosjer van de machthebber. Toegegeven, ik frons ook de wenkbrauwen als ik in Oostende naar het veld wandel en een glimp opvang van de belendende feestzaal waar Marc Coucke net een schlager aanheft, maar een portie gekte is misschien net wat anderlecht nodig heeft. De nieuwe voorzitter is vele malen losser in hoofd en heupen dan de oude, misschien swingt het voetbal dra ook weer?
In de jaren tachtig begon de donderdagavond op de BRT met Hoger Lager, met Walter Capiau, een man die zijn initialen niet gestolen had. Later op de avond was er Dallas, met J.R., een man die slechts initialen was. Daartussen zat Panorama. En dat ziet er voor anderlecht - Meryl Streep zou ongetwijfeld akkoord gaan - heus niet rampzalig uit.
Filip Joos is voetbalcommentator voor de VRT en Play Sports. Zijn column verschijnt wekelijks op zaterdag.
Filip Joos ■