Belgisch voetbal algemeen

Alle voetbalnieuws uit België dat niet Club gerelateerd is.
Gebruikersavatar
BinonFCB
Invaller
Berichten: 852
Lid geworden op: 30 mei 2016, 13:05
Locatie: Vlaams-Brabant, Leuven

Re: RE: Re: [JPL] Algemeen

Bericht door BinonFCB »

Cedrinho schreef: Joske Weber :(
Indd. Ik wist zelfs niet eens dat hij ziek was..
#MaximeLestienne16 #Elkedagzat28 #Noord222
Gebruikersavatar
Hannes
A-kern
Berichten: 630
Lid geworden op: 29 sep 2016, 21:49
Locatie: Laken

Re: [JPL] Algemeen

Bericht door Hannes »

RIP Josip!
Hans1981
Basisspeler
Berichten: 2077
Lid geworden op: 17 jul 2016, 23:24

Re: [JPL] Algemeen

Bericht door Hans1981 »

Bij wie gaat Wilmots aan de slag? :mrgreen:
Gebruikersavatar
Clubpolska
Sleutelspeler
Berichten: 2631
Lid geworden op: 30 mei 2016, 07:16
Locatie: Kluisbergen!

Re: [JPL] Algemeen

Bericht door Clubpolska »

Foebaal foeeabal whoo whooo!
Oh Frail.
Gebruikersavatar
Alethio
Sleutelspeler
Berichten: 3452
Lid geworden op: 30 mei 2016, 09:17

Re: [JPL] Algemeen

Bericht door Alethio »

anderlecht steviger derde. Met een doelsaldo van +5. 'nuff said.

Gent staat trouwens dichter bij de laatste plaats dan bij de eerste. :mrgreen:
Laatst gewijzigd door Alethio op 26 dec 2017, 22:28, 1 keer totaal gewijzigd.
Gebruikersavatar
Fire
Sleutelspeler
Berichten: 2863
Lid geworden op: 29 mei 2016, 23:55
Locatie: Leuven

Re: [JPL] Algemeen

Bericht door Fire »

Lol. En dan wat een chancegoal weer voor de mauven
For the Good of the Game? For the Love of the Many!
:fire:
Cedrinho
Sleutelspeler
Berichten: 4632
Lid geworden op: 29 mei 2016, 20:39

Re: [JPL] Algemeen

Bericht door Cedrinho »

Voorbije 4 dagen in HLN een dossier rond de stand van zaken van het Belgisch voetbal. Voor de geïnteresseerden hieronder het volledige dossier.

02/01/2018 - Deel 1: de financiële (on)balans
[spoiler]
2018 is het jaar waarin de Rode Duivels op z'n minst probéren wereldkampioen te worden. Maar hoe moet het nadien verder met ons voetbal? Uw krant sprak met de beleidsbepalers die het komende decennium aan het stuur zitten. Vandaag DEEL 1: DE FINANCIËLE (ON)BALANS.

Alleen gezond dankzij TRANSFERINFUUS
Het goede nieuws: de financiële toekomst van de Belgische topclubs oogt gezond. Het slechte: bijna elke ploeg hangt aan een infuus van onvoorspelbare transferinkomsten om de structurele verliezen weg te werken. Onderin is het duidelijk dat er geen plaats is voor 24 profclubs in ons land.

Op financieel vlak heeft het Belgische voetbal er al veel slechter uitgezien." Wim Lagae, sporteconoom aan de KU Leuven, kijkt met veel interesse naar de cijfers die in zijn mailbox zijn beland. Onze denkoefening - een ruwe analyse van de jaarrekeningen van onze 24 profclubs sinds 2011 - schetst een beeld van de economische staat van de populairste sport van het land. Wat blijkt? De cijfers schieten de voorbije seizoenen overwegend in het groen. Gemiddeld meer omzet. Betere bedrijfsresultaten. Meer eigen vermogen. "Op basis van deze cijfers vind ik dat er heel wat mooie verhalen worden geschreven", aldus Lagae.

Groten worden groter
Al biedt een opsplitsing tussen de resultaten van de traditionele G5 (anderlecht, Club Brugge, Standard, Genk en AA Gent) en de K11 (de overige eersteklassers) wel een beter perspectief. De trend die in het Europese voetbal te zien is - de groten worden groter - toont zich op nationale schaal ook in onze competitie. De omzet van de topclubs is de laatste zes seizoenen met 42 procent gestegen. Bij de kleinere clubs is er ook een positieve evolutie (+17%), maar in omvang niet te vergelijken met die van de topclubs. Lagae: "We gaan meer en meer naar een tweestromencompetitie. Het huidige competitieformat biedt de grote ploegen het meeste voordeel. Zij maken het meeste kans op play-off 1, waar meer tv-inkomsten zijn, de kans op Europees voetbal gevoelig hoger ligt, hun spelers toenemen in transferwaarde. Maar het is belangrijk te constateren dat de meeste van onze topclubs er een gezond beleid op nahouden. Het zit goed in de bestuurskamers. Op Standard na, dan."

Een blik op de rubriek 'bedrijfsresultaten' (zeg maar 'winst voor belastingen') wijst inderdaad uit dat anderlecht (+2,6 miljoen), Racing Genk (+7 miljoen) en AA Gent (+3,9 miljoen) sinds 2011 gemiddeld een mooie winst boekten. Bij Gent is dat hoofdzakelijk te danken aan de inkomsten van de Ghelamco Arena (daarover morgen meer). Club Brugge draaide de negatieve resultaten de voorbije drie seizoenen op een indrukwekkende manier om. "Vergeleken met vijf seizoenen geleden is de omzet van Club met de helft toegenomen", zegt voorzitter Bart Verhaeghe. "We verkopen zowat 14 procent meer tickets, terwijl enkele concurrenten hun aantal fans zag dalen." Standard daarentegen is het lelijke eendje van de vijver. De lonen liggen hoog en de inkomsten volgen niet meer. Het gevolg: een gemiddeld negatief bedrijfsresultaat van bijna 6,5 miljoen euro per seizoen over de voorbije zes boekjaren en een krimpend eigen vermogen. De indruk die de Rouches de voorbije jaren op het veld wekten - een stuurloos schip - is een doordruk van wat er zich in de boekhouding afspeelt.

Geen structurele inkomsten
Wie dieper snijdt, ziet dat er maar weinig clubs zijn die op een structurele manier winst boeken. Zonder hulp van de mercato of inkomsten via Europees voetbal blijft het in het Belgische voetbal bijzonder moeilijk om winst te boeken. Door het gebrek aan uniformiteit waarmee de professionele voetbalverenigingen hun jaarrekeningen optekenen, is het niet mogelijk om voor elke ploeg na te gaan hoe sterk zij exact afhankelijk zijn van de verkoop van spelers of de Europese competities. Het beeld wordt verder vertroebeld omdat veel clubs nog aparte vennootschappen hebben voor bijvoorbeeld hun community-werking. Maar het is wel duidelijk dat het overgrote deel van de clubs niet voldoende structurele, relatief gegarandeerde inkomsten heeft om de almaar stijgende kosten te betalen. Want ook dat is een rode draad - één die wel grafisch weer te geven is aan de hand van de verslagen in de jaarrekeningen. Vooral bij de G5 dan. Hun omzet mag dan wel met 42 procent gestegen zijn, de loonkosten zijn een pak sneller gestegen (72 procent, van 20,9 miljoen naar bijna 36 miljoen).

Vooral anderlecht betaalt zich blauw aan spelerslonen. Dat is het gevolg van een zichzelf versterkend effect van uitgaven die voor inkomsten zorgen en vice versa. Omdat de recordkampioen zo'n hoge loonlast heeft, is het bijna verplicht om kampioen te worden: de fundamenteel hogere inkomsten die een titel met zich meebrengt, zijn nodig om de put die de salarissen slaan te helpen vullen. Een kampioenschap verhoogt niet alleen de marktwaarde van de spelers, het levert vooral een rechtstreeks ticket op voor de poulefase van de Champions League - een bonus van ruwweg 15 miljoen euro. Vanaf volgend seizoen weegt die beloning op het einde van de rit nóg zwaarder door: de groepsfase van de vernieuwde Champions League-formule zal de kas met meer dan 25 miljoen euro spijzen. De druk om aan die pak-de-poenshow mee te doen, stuwt de lonen op zijn beurt weer de hoogte in. Denk maar aan de zware contractverbeteringen van Kara, Teodorczyk, Hanni en Najar van afgelopen seizoen. Die leverden niet bepaald een onverdeeld succes op, maar de logica erachter is duidelijk: investeren in salarissen om hoger prijzengeld te vangen en de mogelijke transferprijs op te krikken.

Ziet dat er problematisch uit? Marc Coucke vindt van niet. De man die op 1 maart officieel voorzitter wordt van anderlecht, heeft, voor hij zijn chequeboek met 70 miljoen euro bovenhaalde, de financiële resultaten van paars-wit met argusogen bestudeerd. "Ik vind niet dat de boekhouding er 'niet rooskleurig' uitziet. Het klopt dat er de laatste twee jaar een onevenwicht is ontstaan op de balans. Het zou beter zijn mocht het budget meer in evenwicht zijn. Eigenlijk moet een voetbalclub altijd wat reserve hebben - stel dat je plots een linksback of rechtsvoor nodig hebt, dan moet je geld kunnen uitgeven. Maar dat is eigen aan het voetbal: als je een aantal zeer zware transfers doet (bijvoorbeeld de 10 miljoen voor Stanciu, red.), lijkt het boekhoudkundig automatisch alsof er zaken niet oké zijn, terwijl dat niet per se zo is. Het bestuur heeft gewoon de bewuste keuze gemaakt om ambitieuzer te zijn, en dat zie je terug in de balans. Dat is normaal. Maar ik denk wél dat er veel potentieel is om te besparen. En dat er nog meer mogelijkheden zijn om de inkomsten te verhogen."

Bosman bis
Er is evenwel maar één gouden ticket voor de groepsfase van de Champions League: in het niet-kampioenenspoor is het voor een Belgische club vrijwel onmogelijk om zover door te stoten. De Europa League kan ook wel geld in het laatje brengen, maar dan toch vooral bij een parcours dat tot na de winterstop loopt. Gelukkig er is nog een binnenweg voor een positieve balans mogelijk: de transfermarkt. Voor alle Belgische clubs is het de inkomstenbron die ze het vaakst aanboren om rode cijfers groen te maken. Uit noodzaak, dikwijls.

"De afhankelijkheid van transfers is groot", knikt Patrick Janssens. De algemeen manager van Racing Genk is goed geplaatst om daarover te oordelen. Zijn club heeft van de transfermarkt ondertussen zijn natuurlijke habitat gemaakt. De voorbije jaren kochten de Limburgers geregeld jonge talenten met groot potentieel om ze binnen één à twee seizoenen door te verkopen met een serieuze meerwaarde. Milinkovic, Ndidi, Bailey: Genk boekte afgelopen seizoen niet voor niets een recordwinst van 21,8 miljoen euro. Janssens is daar best fier op, maar beseft dat een voetbalclub niet met zekerheid kan rekenen op die inkomsten. "Het beste voorbeeld was de zomer van 2014, toen ik hier net toekwam. Onze enige uitgaande transfer was een uitleenbeurt van Jelle Vossen aan Middlesbrough. Het gevolg: een recordverlies van 14,9 miljoen. Als je leeft van transfers, kan dat op den duur een vorm van financiële doping worden - als je zonder valt, heb je een probleem."

Bubbel
Eén van de gevolgen van het belang van de mercato is dat er steeds meer transfers gebeuren, in een alsmaar sneller tempo. Kan u nog de basisploeg van pakweg Standard van drie seizoenen geleden opsommen? Wellicht niet, en da's geen schande. Enkel middenvelder Paul-José Mpoku en verdediger Alexander Scholz lopen nog rond op Sclessin. De eerste werd al eens verkocht en is inmiddels teruggehaald. En toeval of niet: Scholz' transferwaarde is niet bepaald vermenigvuldigd. Maar dat constante komen en gaan van spelers, de doorgedraaide carrousel van spelershandel, zorgt ook voor onaangename neveneffecten. "De inflatie op de markt is enorm, ook aan de uitgavenkant", zegt Patrick Janssens. "De grote tv-competities krijgen enorme tv-gelden, de Chinese clubs pompen extra geld in de sector. Daardoor stijgen de prijzen - een topschutter van de Deense competitie zoals Ingvartsen zou vroeger nooit zo veel hebben gekost."

Anderzijds zorgt het er wel voor dat spelers vanuit de Belgische competitie voor een fikse meerwaarde worden verkocht. Kevin De Bruyne ging in 2011 voor 8 miljoen naar Chelsea. Diezelfde De Bruyne zou anno 2018 een veelvoud opbrengen. "Misschien is dat hele circuit een bubbel die ooit doorprikt wordt", waarschuwt Janssens. Zo legde FIFPro, de internationale spelersvakbond, de voorbije maanden een klacht neer bij de Europese Unie over het huidige transfersysteem. Dat gaat in tegen het vrije verkeer van arbeid, één van de fundamenten van de EU. In geen enkele andere sector moet bedrijf A een afkoopsom betalen aan bedrijf B om een werknemer weg te plukken. Maar Koning Voetbal is een uitzonderingseconomie.

Op korte termijn zal er wellicht niet al te veel veranderen. FIFPro trekt zijn claim binnenkort wellicht in: het ging de spelersvakbond vooral om het vrijwaren van de rechten van spelers die niet tijdig worden betaald. Maar de rechtsgeldigheid van de transfermarkt zoals we die nu kennen, staat meer dan ooit ter discussie. "Als je een analyse maakt van onze sector, en je kijkt naar de mogelijke bedreigingen van de Belgische competitie, dan is die afhankelijkheid van de transfermarkt een bedreiging, ja", zegt Janssens. "We moeten ons realiseren dat de dag dat dat systeem wijzigt, heel ons businessmodel in elkaar stuikt. Denk maar aan het Bosman-arrest, dat twintig jaar geleden voor een eerste revolutie heeft gezorgd. Wie zegt dat zoiets niet opnieuw kan gebeuren?"

----------------------------------------------------------------------------------------------------

ZO MOET HET NIET: KV Oostende, Moeskroen, Eupen, Antwerp en heel 1B
KV Oostende dat de kosten wel heel snel zag stijgen, Eupen dat afhankelijk is van de Qatarese inbreng en heel 1B: aan heel wat clubs moet qua financiële huishouding geen voorbeeld genomen worden.

De reden waarom Marc Coucke anderlecht kocht, vinden we terug in de jaarrekeningen van KV Oostende. "Ik stootte daar tegen mijn plafond", vertelde Coucke, die sinds 2013 eigenaar was van KVO, daarover. "Ik voelde dat we naar een situatie evolueerden die voor KVO ook niet echt gezond was." Daarmee verwees hij naar de financiële resultaten van de kustploeg. Sinds de komst van Coucke verdrievoudigde de omzet aan de kust, maar de kosten stegen nog veel sneller. Deels door de investeringen in het stadion, waardoor de club op termijn meer geld ziet binnenkomen. Maar door de beperkte afzetmarkt van KVO kan de kustclub de hoge uitgaven maar moeilijk rendabel maken. Zo heeft KV Oostende al jaren een negatief eigen vermogen. "Dat is doorgaans een serieus alarmlicht", zegt Wim Lagae. Dat vindt ook de licentiecommissie, die het dossier van KVO van dichtbij in de gaten zal houden. In het verleden zorgde Coucke voor rugdekking door zelf ettelijke miljoenen in de club te pompen. De investeerder die KVO voor 1 maart zal overnemen, zal gelijkaardige garanties moeten bieden.

Eupen is een soortgelijk zorgenkind: de club uit de Oostkantons draait elk jaar opnieuw verlies - zij doen dat in tegenstelling tot KVO zonder investeringen - en overleven enkel bij gratie van de Qatarese investeerders. Moeskroen bestaat alleen nog bij gratie van makelaars die op de achtergrond geld toesteken. Het water staat ook aan de lippen van Waasland-Beveren. Lokeren boekt op papier mooie resultaten, maar dat gebeurt in de praktijk alleen omdat voorzitter Roger Lambrecht de geldbeugel opentrekt. Antwerp in het pre-Gheysens-tijdperk was op sterven na dood. Verder vallen de slechte resultaten op van élke ploeg die in tweede klasse/1B belandt. "Dat bewijst eens te meer dat er geen economisch draagvlak is voor 24 profclubs in België", aldus Lagae.

ZO MOET HET: Charleroi, KV Mechelen en Zulte Waregem
Naast vier van de vijf topclubs zijn er ook enkele kleinere ploegen die op langere termijn knappe financiële resultaten kunnen voorleggen. Met als koploper Charleroi.

Charleroi was in 2011-2012 nog een tweedeklasser, maar is nu volgens sporteconoom Wim Lagae "goed op weg om een vaste waarde aan de top van ons voetbal te worden." Charleroi plukt de vruchten van het doordachte beleid van manager Mehdi Bayat. Die besefte dat er, naast Standard, nood was aan en ruimte voor een tweede grote Waalse club. Het stadion van de Zebra's is goed gevuld, en met dank aan een doordacht transferbeleid en een goede controle over de loonkosten boekt Charleroi consequent groene cijfers.

Aan Vlaamse kant doen KV Mechelen en Zulte Waregem het ook goed. Twee clubs die de afgelopen seizoenen hun centen in hun stadion staken en zo op langere termijn hun structurele inkomsten significant verhoogden. (Zie 'deel 2: Stadions', morgen in uw krant.)
03/01/2018 - Deel 2: de stadionstagnatie
[spoiler]
2018 is het jaar waarin de Rode Duivels op z'n minst probéren wereldkampioen te worden. Maar hoe moet het nadien verder met ons voetbal? Uw krant sprak met de beleidsbepalers die het komende decennium aan het stuur zitten. VANDAAG DEEL 2: DE STADIONSTAGNATIE.

"Een nieuw stadion betaalt zichzelf terug. MAAR WE KUNNEN NIET BEGÍNNEN"
Gisteren kon u lezen dat veel Belgische clubs afhankelijk zijn van transferinkomsten. De grote uitzondering is AA Gent, met dank aan zijn nieuwe Ghelamco Arena. Terwijl een nieuw stadion dé hefboom is voor het voetbal, hinkt ons land lichtjaren achterop tegenover de buurlanden. Beterschap is er niet in zicht.

Als ik stadions bezoek, voel ik me in bijna elk ander land klein. Portugal heeft sinds hun EK tien nieuwe stadions. Tien! En wij in België? Sorry, er is niks. anderlecht is te klein. Brugge heeft te weinig faciliteiten. In het Koning Boudewijnstadion kunnen we zelfs de pers niet goed huisvesten. We staan nergens, we zijn een onderontwikkeld land."

Het zou zomaar een citaat van bondsvoorzitter Gérard Linard kunnen zijn van vorige maand, na het mislopen van het EK 2020. Bijna juist. Het zijn wel degelijk de woorden van de bondsvoorzitter, maar dan wel daterend van 2004. Jan Peeters maakte toen de balans op van de infrastructuur van het Belgische voetbal. Véértien jaar later is zijn uitspraak nog steeds pijnlijk actueel. De bouwplannen van Club Brugge dateren van 2006. In het beste geval staat er in 2021 een stadion. anderlecht zoekt al vijftien jaar een locatie. Het is nog geen stap verder. De timing voor een herbouwd Sclessin staat voorlopig op 2026. België maakte zich belachelijk voor de ogen van de wereld met het Eurostadion-dossier - de Vlaamse regering schiet vóór 1 februari de omgevingsvergunning zo goed als zeker aan flarden. Als Marc Coucke anderlecht vergeleek met de adel uit het begin van de 20ste eeuw, bevindt de infrastructuur van het Belgische voetbal zich in de Middeleeuwen.

Dat is een probleem. Voor de voetbalfans, die vaak minstens evenveel betalen voor hun ticket als supporters in het buitenland, maar daar veel minderwaardige faciliteiten voor in de plaats krijgen. Maar vooral voor de voetbalclubs zelf. Niet zozeer omdat er in nieuwe stadions meer zitplaatsen zijn - sommige clubs krijgen hun stadion moeilijk vol -, wel omdat zo'n nieuwe infrastructuur een bedrijf op zichzelf is, dat voor een relatief stabiele stroom aan inkomsten zorgt. Kantoorruimtes kunnen verhuurd worden, viploges op maat gemaakt. Een stadion met de juiste faciliteiten lokt meer volk vroeger naar het stadion, waardoor de catering meer opbrengt. Een levensgroot voordeel in een wereld waar het gros van de clubs overleeft op basis van 'toevallige' inkomsten op de transfermarkt die elk jaar enorm variëren.

Kijk naar Ghelamco
In België is daar sinds 2013-2014 één lichtend voorbeeld van. De Ghelamco Arena van AA Gent. Het beste bewijs zien we in de financiële cijfers van hun debuutjaar in het nieuwe stadion. Zelfs in een seizoen zonder play-off 1 en waarin de transferuitgaven de -inkomsten overstegen, steeg de omzet met 50 procent. In de jaren nadien werden de Buffalo's voor het eerst in hun geschiedenis kampioen, bereikten ze als eerste Belgische club in vijftien jaar de tweede ronde van de Champions League en wipten ze Tottenham uit de Europa League. De olie in die plots krachtige motor is zonder twijfel de Ghelamco Arena, knikt Michel Louwagie, manager van AA Gent.

"De recurrente inkomsten (inkomsten die relatief 'constant' en dus structureel zijn, red.) zijn inmiddels gestegen van 16 naar 40 miljoen euro", zegt Louwagie. "Dat is een relatief stabiele geldstroom die 2,5 keer groter is dan in het verleden. We hebben winst gemaakt zonder Europees voetbal of uitgaande transfers. Een gigantisch verschil tegenover de periode voor ons nieuwe stadion. Je moet geen genie zijn om te beseffen dat dit onze club helemaal veranderd heeft. We zijn echt een bedrijf geworden. Die stabiele inkomsten laten ons toe om te investeren in duurzame zaken: ons oude oefencomplex hebben we gevoelig verbeterd en aan de jeugd geschonken, de A-ploeg heeft een nieuwe infrastructuur. Natuurlijk zitten de succesvolle campagnes in Europa daar voor iets tussen. Maar de hefboom is het stadion."

Moeilijk voor kleine clubs
Dat zien we ook terug bij clubs als KV Mechelen en Zulte Waregem, die hun stadion deels hebben vernieuwd. Hun financiële slagkracht is minder afhankelijk van de grillen van de mercato dan bij veel andere leden van de zogenaamde K11, ziet ook sporteconoom Wim Lagae van de KU Leuven. "Alleen ligt het voor veel clubs ook moeilijk om te investeren in hun infrastructuur. Een stadion financieren kost geld. Centen steken in stenen wil vaak zeggen dat er op korte termijn minder middelen zijn voor mensen - voor het sportieve budget dus. Terwijl één slecht seizoen, vooral voor de kleinere clubs dan, een grote ramp kan zijn. Als je degradeert, beland je in 1B en dat is financieel gezien de hel voor een profclub. De grote moeilijkheid is de moeilijke jaren doorkomen. Waar AA Gent bijvoorbeeld wel in geslaagd is."

De kip met de gouden eieren lijkt in België dus een vernieuwde stadioninfrastructuur. Niet voor niets zijn er de voorbije maanden en jaren steeds meer vastgoedondernemers opgedoken in de bestuurskamers: stadion-exploitatie is met voorsprong de grootste duurzame groeimarkt voor de Belgische clubs. Betere faciliteiten en meer structurele inkomsten kunnen onze clubs van de Middeleeuwen de Eigen Tijd in katapulteren.

Vergeleken met onze buurlanden hebben we meer dan een straatlengte achterstand. Of, zoals een bestuurder van een topclub zegt: "Het is soms gênant om clubs uit het buitenland te ontvangen." Alleen ziet het er op korte termijn niet naar uit dat België die achterstand snel kan goedmaken. Club Brugge en anderlecht proberen al meer dan tien jaar tevergeefs een geschikte plaats te vinden voor een nieuwe infrastructuur. Om van het debacle van het Eurostadion nog maar te zwijgen.

De kip met de gouden eieren lijkt wel te broeden in een met Fipronil bevuild nest. Club Brugge-voorzitter Bart Verhaeghe zucht diep. "Jan Breydel is 'op'. Het water komt naar boven, de elektriciteit is verouderd. Alles is kapot. Op de dag dat wij naar een nieuw stadion van 40.000 plaatsen kunnen verhuizen, zal onze omzet met nog eens 15 tot 20 miljoen euro toenemen. De helft daarvan zullen we aan afbetalingen afstaan, de andere helft kunnen we investeren in het sportieve. Dat betaalt zichzelf dus terug. Maar we kunnen niet beginnen. Alle respect voor de spelregels van de wet, maar we wachten al zo lang, hebben al drie verschillende locaties toegewezen gekregen, en nog kunnen we niet beginnen bouwen. Terwijl we in achttien maanden tijd een volledig op onze maat gemaakt stadion kunnen optrekken. Frustrerend."

Dictatuur van het individu
De politieke structuur verhindert de groei van de clubs, zo vertelt iedereen die de voorbije decennia geprobeerd heeft een stadion te bouwen. Vlaams Minister van Sport Philippe Muyters, die in het verleden ook Minister van Ruimtelijke Ordening was, beseft dat als geen ander. Muyters wijst naar "de dictatuur van het individu" als grote schuldige. "Momenteel kan Jan en alleman een project tegenhouden. Dat kan niet meer de bedoeling zijn. Iedereen moet zijn ding kunnen zeggen, maar niet op elk moment van zo'n dossier. Wees transparant, laat iedereen zijn bezwaren in het begin van de procedure formuleren. Maar niet wanneer er al x aantal stappen zijn doorlopen."

De top van ons voetbal springt Muyters bij. Jo Van Biesbroeck, operationeel manager van anderlecht: "Ik ben ook voorzitter van de Raad van Bestuur van Matexi, dat actief is in de immobiliënsector. Wel: als je in Spanje een klacht wil neerleggen tegen een project, moet je borg staan voor de potentiële schade die je kan toebrengen. Hier kan één vertegenwoordiger van een buurtcomité een gans project stilleggen. De verhouding tussen de macht van het individu en het maatschappelijk draagvlak is in onevenwicht."

Ook Bart Verhaeghe stemt in: "België zit verkeerd in elkaar op dat vlak. Ik heb projecten ontwikkeld in Duitsland, Nederland, zelfs Frankrijk: als er binnen de overheid een meerderheid is die groen licht geeft, kan je beginnen. Binnen twee, drie jaar staat alles overeind. Maar hier? Vijf, tien, vijftien jaar later weet je nog altijd niet eens of je überhaupt kan starten, omdat iedereen kan betwisten. Via de gewone rechtbank, de Raad van State, het Grondwettelijk Hof, noem maar op. Er is een gebrek aan rechtszekerheid, terwijl dat de hoeksteen is van onze maatschappij. Kijk naar de cijfers: 85 procent van de GRUP's (Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan, red.) wordt teruggefloten door rechtbanken. Een slaagkans van 15 procent, daar kan je niet mee naar buiten komen."

Waar ligt de lijn?
Eindigen doen we waar we begonnen zijn. In de kantoren van AA Gent, in de Ghelamco Arena. De club boert goed in en dankzij haar nieuw stadion. "Maar", zegt Michel Louwagie. "Toch blijft het elke dag opnieuw een gevecht om dat model overeind te houden." De manager van Gent blijft elke euro drie keer omdraaien. Ook in goede tijden. "Ik heb de naam gierig te zijn, ja. En misschien is dat wel zo. Nog steeds." Want met de nieuwe inkomsten komen ook nieuwe zorgen. "Als je club groeit, verandert er veel. Spelers en makelaars zien dat ook en willen steeds meer geld verdienen. En op het einde van de dag kan je toch niet concurreren met de prijzen die ze in het buitenland betalen. Dus op een gegeven moment zeg ik: daar ligt de lijn en we betalen niet meer dan dat. Wil je meer? Dan vertrek je. Ik weet waarom ik zo ben. Omdat ik weet dat we als club moeten oppassen, elke dag opnieuw. Dat is de realiteit van ons voetbal."

----------------------------------------------------------------------------------------------------

Gheysens: "Een stadion is geen doel op zich"
Eén man is er wel in geslaagd zijn stempel te drukken op het stadionlandschap. Paul Gheysens, de CEO van Ghelamco die Gent zijn nieuwe arena gaf, outte zich in april 2017 als eigenaar van Antwerp, waar hij vorige maand een hypermoderne nieuwe tribune neerplantte. "Een stadion zetten is niet moeilijk."

Gheysens ontkent overigens dat hij het voetbal als vastgoedproject ziet. "Ik zie een voetbalclub niet als een investering, in tegenstelling tot wat er gezegd wordt. Ik zit er met een doel: hoe met Antwerp Europees voetbal halen? Goede stadions zijn nodig, maar je mag niet de fout maken om te denken dat een stadion op zich hét doel of de trofee mag zijn. Alles hangt af van goed voetbal. Alleen als de mensen graag naar de wedstrijd komen, kunnen de inkomsten van je stadion volgen. Nieuwe stadions kunnen ook een gevaar zijn voor de financiën: grote investeringen kunnen je werkingsmiddelen opeten. En hoelang blijven ze eigentijds? De corebusiness is en blijft het spel."

Gevraagd naar waarom zoveel stadionprojecten maar niet van de grond komen, houdt Gheysens de boot overwegend af: "Ik sta slechts aan de zijlijn, meneer." Maar als 'zijn' Eurostadion ter sprake komt, en de pijnlijke manier waarop de UEFA het EK 2020 heeft afgeschoten, schakelt hij bij. "Ik kijk niet alleen naar de politiek. Het is 'het systeem' dat moet veranderen in het voetbal. Wat ik daarmee bedoel? (mysterieus lachje) Ik herhaal: 'het systeem'. Ik heb in veel landen gebouwd, maar nergens gaat het zoals in Belgie. En nogmaals: het gaat breder dan de politiek en het al dan niet toekennen van vergunningen. Ik vind dat je een nationaal stadion moet hebben dat centraal gelegen is. Zoals het Eurostadion. Er zijn 50.000 à 60.000 zitplaatsen voorzien, maar kan ook zeer comfortabel omgevormd worden naar zelfs 35.000 zitplaatsen. Zonder retailshops of al te veel burelen, in tegenstelling tot de prietpraat waarmee bepaalde protagonisten de bevolking misleiden."

Voetbalbond zoekt geld in China
Niet alleen de Belgische clubs zijn op zoek naar vers kapitaal. Ook de voetbalbond kijkt hoe het zijn omzet kan vergroten. Met rede: de Rode Duivels zitten vanaf dit jaar zonder stadion. Een serieuze financiële domper voor de voetbalbond, die daardoor per thuismatch zo'n 500.000 euro aan inkomsten misloopt. De KBVB moet creatief zijn en kijkt naar China.

"China heeft nood aan expertise en vraagt om input, net op een moment dat ons voetbal in een hoogconjunctuur zit. Eigenlijk zouden we een soort van driehoeksverhouding moeten hebben tussen ons voetbal, buitenlandse zaken en China. Want ons voetbal kan een glijmiddel zijn voor die handelsrelaties", zegt Chris Van Puyvelde, technisch directeur van de voetbalbond.

"Ik heb vorige maand voor de tweede keer een presentatie gegeven in China over ons voetbal. Ze kijken echt op naar ons. Een landje dat 351 keer kleiner is, maar wel véél hoger staat op zo'n FIFA-ranking. Daar trekken ze hun mond van open. Wat ik hen voorleg? 'Alles begint bij de basis.' In China was er tot voor kort niet veel. Opleiding van coaches, betere begeleiding van jonge spelers, betere infrastructuur, aandacht voor doorstroming. Dat is veel belangrijker dan het binnenhalen van enkele gerenommeerde coaches of topspelers op het hoogste niveau. Dat begrijpen ze nu. Xi Jinping, de president, heeft het goed begrepen. Er is op korte tijd véél veranderd."

Van Puyvelde probeert daarom de Belgische voet stevig op de Oosterse markt te krijgen. "Wij gaan daar toernooien spelen met onze jeugdploegen. We nodigen ook mensen uit China uit. We hadden ook een interland voorzien, maar dat is door de volle kalender van onze internationals afgezegd. En op Club Brugge lopen er bijvoorbeeld enkele Chinese trainers rond. Ik vind dat goed. Ik denk dat onze clubs zich open moeten stellen. Ajax, bijvoorbeeld, heeft dat gedaan en een miljoenendeal gesloten met investeerders uit China. Waarom niet hetzelfde doen?"

Van Puyvelde speelt zelfs met het idee om een Chinees elftal in de Belgische amateurklassen te laten voetballen. "In Duitsland hebben ze geprobeerd de Chinese olympische ploeg te integreren in hun vierde klasse - die zou daar stevig voor betaald hebben (15.000 euro per wedstrijd, red.). Alleen was er in de tribunes protest over Tibet en hebben de Chinezen zich daar teruggetrokken. Maar daar zie ik dan weer mogelijkheden in: misschien moeten we in de nabije toekomst zelf stappen ondernemen om ze naar hier te halen. We gaan de beloften toch ook integreren in de amateurklasse: waarom de twee niet koppelen?"
04/01/2018 - Deel 3: SOS Jeugd
[spoiler]
2018 is het jaar waarin de Rode Duivels op z'n minst probéren wereldkampioen te worden. Maar hoe moet het nadien verder met ons voetbal? Uw krant sprak met de beleidsbepalers die het komende decennium aan het stuur zitten. VANDAAG DEEL 3: SOS JEUGD.

Wereldkampioen jeugd wegjagen
België is wereldkampioen in het exporteren van minderjarige voetballers. Nefast voor de ontwikkeling van onze talenten én een slechte zaak voor onze clubs. De net opgerichte Commissie voor Jeugdtransfers moet ondertussen voorkomen dat de Belgische clubs talenten van elkaar afsnoepen, maar de vraag is of die maatregel niet nog meer talent naar het buitenland zal duwen.

38 Belgische voetballende jongens, elk jonger dan 18 jaar, verhuisden in 2016 naar het buitenland. Ons land is daarmee torenhoog aanvoerder in de hitlijst van de jeugdexport. Ter vergelijking: nummer twee Zweden verloor er amper 23. Nederland, het walhalla van het jonge talent, blijft steken op 13. Een immens verschil. De cijfers voor het jaar 2017 zijn nog niet beschikbaar, maar er zijn weinig redenen om aan te nemen dat België zijn weinig benijdbare koppositie uit handen zal moeten geven.

Enerzijds is het een teken van erkenning van de kwaliteit van de opleidingen binnen ons land. Maar de cijfers zijn vooral problematisch. In eerste instantie voor de jonge spelers zelf: wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat een 'prematuur' vertrek naar het buitenland - vóórdat een jonge speler zich op het hoogste niveau heeft bewezen - nadelig is voor de ontwikkeling van een talent. De reden dat het toch zo vaak gebeurt, is simpel: steeds meer clubs behandelen jeugdtalenten als goedkope beleggingen. De instapkost is relatief laag, de mogelijke winst torenhoog. En als het 'product' te weinig rendement oplevert, kan je het zonder te gekke kosten probleemloos dumpen. De jonge spelers zelf - en vooral hun entourage - zwichten op hun beurt vaak voor de geldsommen die geen enkele Belgische club kan of wil bieden.

"Al kan je het die jonge gasten en familie vaak niet eens kwalijk nemen dat ze erop ingaan", zegt Jo Van Biesbroeck, operationeel manager van anderlecht. "Als je het driedubbele kan verdienen bij een op papier grotere club, is het ergens begrijpelijk dat ze toehappen. Maar voor een voetbalclub is het frustrerend. Er zit niets anders op dan stevig te investeren in jonge talenten."

Logisch dat de voetbalbond en de Pro League een kruistocht zijn begonnen tegen de exodus van onze grootste talenten. Chris Van Puyvelde, technisch directeur van de KBVB, klinkt strijdvaardig. "We zouden de jongens die naar Engeland gaan, moeten kunnen aantonen hoe klein hun slaagpercentage daar feitelijk is. Want zeg nu eens eerlijk: welke Belgische jeugdspeler is naar Engeland gegaan en is er doorgebroken? Geen enkele. Als Charly Musonda Junior (bankzitter bij Chelsea, red.) hier was gebleven, zou hij veel verder staan. Neem Thibaud Verlinden: hoeveel heeft hij al gespeeld bij Stoke City? (Verlinden versierde gisteren een uitleenbeurt naar het Duitse St. Pauli, red.) Roberto Martínez zegt me altijd: 'Voor een Engelse club is drie miljoen euro voor een talentvolle jeugdspeler kleingeld.' Ze geven dat bijna blind uit, met de gedachte 'we zien wel wat het wordt'. Is dat het beste klimaat voor een jonge voetballer om zich te ontplooien? Ik denk het niet."

Brexit te hulp?
De steenrijke Engelse ploegen die langs onze jeugdvelden passeren en de beste talenten wegplukken, vormen effectief een probleem. Maar het Belgische voetbal doet er goed aan zich niet blind te staren op het Verenigd Koninkrijk. Enerzijds omdat de Brexit binnenkort weleens de poorten voor minderjarigen grotendeels kan sluiten. Maar ook omdat het heus niet alleen de Engelsen zijn die talent losweken. Talenten die vanuit ons land hun kans in het Verenigd Koninkrijk wagen, maken slechts een klein deel uit van het geheel (6). Frankrijk (10) is een populairdere bestemming. En de wereldwijd meest voorkomende transferbeweging van minderjarige voetballers is van België naar Nederland. In totaal maakten 18 jonge spelers de overstap naar onze noorderburen. Natuurlijk speelt het grote geld geregeld een rol, maar in tegenstelling tot de Engelse clubs zullen de Nederlandse en de meeste Franse ploegen niet meteen miljoenen meer kunnen spenderen. Wat loopt er mis?

Peter Smeets, die tot 2013 actief was in de jeugd- en sociale werking van anderlecht en nu jonge spelers over heel Europa begeleidt, legt uit. "Ik stel vast dat de Belgische opleidingen een tiental jaar geleden redelijk sterk waren tegenover de rest van Europa. Onze clubs leveren nu nog altijd goed werk, maar ondertussen zet iederéén in op de jeugd. Ik geef toe dat ik vroeger de eerste was die zo'n jonge gast aanmaande om toch maar te blijven. Nu twijfel ik iets vaker. Kijk naar een club als Lille, die ook inzet op de combinatie van een kwaliteitsvol schoolproject en een zeer hoogstaande jeugdwerking. Als zij komen aankloppen, weet ik niet of het altijd beter is om in België te blijven. Veel hangt af van het project dat een club kan voorleggen."

Net dat is een belangrijk deel van de verklaring van de talenten die ons land verlaten: ze zien te weinig perspectieven om door te breken. Twee statistieken spreken voor zich. Bij de zestien eersteklassers spelen eigen jeugdproducten gemiddeld 6,6 procent van het totale aantal speelminuten - dat is meer dan dubbel zo slecht als het Europese gemiddelde (16%). Daarmee staat België op een bedenkelijke 25ste plaats (op 31 landen) op de ranking. Het tweede cijfer is minstens even straf. 62,2% van de speelminuten in onze eerste klasse gaat naar buitenlanders. Enkel Cyprus en Turkije doen slechter. Niet bepaald een bemoedigend klimaat voor een jonge voetballer uit de eigen jeugd, dus. Minister van Sport Philippe Muyters betreurt die evolutie. "Wetgevend heb ik daar niets over te zeggen, maar als Minister van Sport ben ik wel betrokken partij. We willen een betere doorstroming. Onze jeugd moet meer kansen krijgen op het hoogste niveau."

U21 in amateurreeksen
Evident is dat niet, zegt Michel Louwagie, manager van AA Gent. Zijn club is koploper op vlak van speelminuten voor buitenlanders. "We doen al enkele jaren serieuze inspanningen om eigen jeugd klaar te stomen. Alleen stellen we vast dat er finaal té weinig kwaliteitsvolle Belgen zijn, en dat, als je ze hebt, ze weggeplukt worden. Dus ik stel me vragen als de politiek zegt dat we met 'zo veel mogelijk Belgen' moeten spelen. Dan antwoord ik: wié moet ik dan opstellen? Ik zie er geen tien rondlopen die én het door ons gewenste niveau halen én haalbaar zijn. We staren ons blind op de gouden generatie van de Rode Duivels. Die wekt de indruk dat het plots bijzonder gemakkelijk is om jonge spelers op te leiden tot toppers. We zullen wel eens zien of de magere Europese resultaten van onze clubs dit jaar echt een 'accident de parcours' waren. Ik link dat aan een gebrek aan kwaliteitsvolle Belgen, wat haaks staat op de druk die we voelen om toch maar Belgen op te stellen. (fijntjes) In Nederland spelen er veel minder buitenlanders, maar je ziet wat er gebeurt. Plaats elf op de UEFA-ranking, volgend seizoen geen rechtstreeks ticket voor de Champions League. Is dát waar we naartoe willen?"

De bond en de Pro League oordelen evenwel - terecht - dat een doorgedreven jeugdbeleid de beste garantie biedt om zowel op clubniveau als met het nationale elftal op lange termijn competitief te blijven. In functie daarvan werden vorige maand twee zeer ingrijpende maatregelen doorgedrukt. De eerste is de nakende integratie van de beloftenelftallen van de profclubs in de amateurreeksen. Vanaf het seizoen 2019-2020 zouden de U21 van Club Brugge of KV Mechelen tegen volwassen mannen van Lommel of Aalst spelen. Bart Verhaeghe, ondervoorzitter van de voetbalbond en voorzitter van Club Brugge, is een vurige voorstander. "Je ziet in de huidige beloftencompetitie dat zo'n jonge speler zich één seizoen kan opladen, maar dat dat het jaar erna moeilijker ligt. Als je die tieners enkel tegen elkaar laat voetballen, maken ze te weinig vooruitgang. Er is meer nodig. Voetballen tegen volwassen mannen die strijden voor hun wedstrijdpremie, leren wínnen. Op die manier heb je meer kans om toppers te kweken."

Volgens Chris Van Puyvelde is de integratie van de beloften in de amateurklassen ook een zwaar argument om jongeren die een premature stap naar het buitenland overwegen toch binnen de landsgrenzen te houden. "Divock Origi vertelde me over zijn overstap van Genk naar Lille. De reden daarachter was dat hij zich daar in de CFA, de Franse vierde klasse, kon meten met volwassen mannen die voor de centen speelden. Terwijl we in België te veel bezig zijn geweest met opleiden, te weinig met wínnen."

Op de concrete uitwerking van het plan is het nog even wachten. "De eerste stap hebben we twee jaar geleden gezet, door de invoering van een streng licentiesysteem dat de kwaliteit van de jeugdopleidingen beoordeelt", zegt Chris Van Puyvelde. "Het is nu al duidelijk dat veel clubs daardoor nu al veel sterker investeren in hun academies. Het doel is om tot een licentie te komen met drie niveaus. De clubs met de beste scores zullen hun beloftenploegen in een hogere amateurafdeling kunnen inschrijven. Op die manier stimuleer je ze om te blijven inzetten op de jeugdwerking."

Commissie Jeugdtransfers
De tweede drastische reglementswijziging die de Pro League doordrukte: talenten jonger dan 17 jaar zullen niet langer zomaar van profclub naar profclub kunnen fladderen. Een Commissie voor Jeugdtransfers moet daarop toezien. Wie zondigt en zonder toestemming een speler van een concurrent aantrekt, moet tién keer de normale opleidingsvergoeding betalen. "Fantastische maatregel", zegt Michel Louwagie van AA Gent. "Een serieuze stimulans om nog meer te investeren in de eigen jeugd." Bart Verhaeghe van Club Brugge stemt in: "Er werden te vaak kinderen weggerukt uit hun vertrouwde omgeving om ze honderd kilometer op internaat te zetten en daar te laten voetballen. Zinloos."

Weinig beleidsbepalers twijfelen aan de goede bedoelingen die aan de grondslag van die nieuwe regel liggen. Maar Patrick Janssens, algemeen manager van Racing Genk, wijst wel op de vreemde spreidstand die ze kan opleveren. Enerzijds willen de Belgische profclubs er alles aan doen om hun talenten in België te houden - kijk naar de integratie van de beloften in de amateurreeksen -, anderzijds maken ze zichzelf een pak minder concurrentieel tegenover buitenlandse clubs door de extreem hoge opleidingsvergoedingen.

"Het ziet er absoluut een waardevol initiatief uit, maar het zal neveneffecten met zich meebrengen", besluit ook spelersbegeleider Peter Smeets. "Er zal minder ruzie zijn tussen de Belgische clubs. Dat is absoluut een goede zaak. Maar de grote talenten ben je op deze manier zeker kwijt. Als deze regel in 2010 was ingevoerd, zou Dennis Praet niet van Genk naar anderlecht maar naar Arsenal gegaan zijn. En PSV kan nu de Belgische talenten komen halen die anders naar Genk zouden gaan. Slechts 30 kilometer verderop betaalt PSV een lager bedrag."

Halt aan hoge bedragen
Niet alle clubs trekken aan de alarmbel. Bij KV Mechelen, dat een gerenommeerde opleiding heeft, benadrukken ze vooral de positieve zaken. "In het nieuwe systeem staat opleiden centraal, niet het transfereren van de grootste talenten. Dat is toch positief voor ons voetbal", zegt Dennis Henderickx, hoofd opleiding van KVM. "Er zal ook een halt worden toegeroepen aan de hoge bedragen die - met alle respect - middelmatige jeugdspelers tot vorig jaar kregen. Verandering zal altijd weerstand oproepen, en er moeten nog wat zaken uitgeklaard worden, maar ik vind dit een positieve evolutie." De Pro League weet alleszins waarover te vergaderen de komende maanden.

----------------------------------------------------------------------------------------------------

"Naar kwaliteitslabel voor makelaars"
Eén van de drijvende krachten achter de jeugdtransfers zijn makelaars. Tekent één van hun talenten bij een club, dan hoort daar doorgaans een commissie bij (al dan niet officieel). De invoering van de Commissie voor Jeugdtransfers is een eerste maatregel om hun invloed te beperken. De voetbalbond wil nog verder gaan: "Het is tijd voor een intern reglement voor makelaars", zegt technisch directeur Chris Van Puyvelde.

Jo Van Biesbroeck, operationeel manager van anderlecht, geeft een voorzet: "Zoals je weet heb ik een parcours bij AB Inbev. Daardoor kwam ik geregeld in contact met de horeca in Frankrijk. Daar bestaat ook een systeem van intermediairs: voor elk café is er een tussenpersoon. Vergelijkbaar met het voetbal, dus. Het verschil is dat het systeem daar wél georganiseerd is. Als je intermediair wil zijn, moet je kunnen aantonen dat je bepaalde competenties hebt, je moet transparant zijn over waar je inkomsten vandaan komen. Op die manier zijn de spelregels duidelijk voor iedereen. Daar heeft het voetbal nood aan. Momenteel komen makelaars in alle soorten en gewichten. Superprofessionele mensen die alles volgens het boekje doen, en charlatans die altijd het randje zullen opzoeken. Ik zou zeggen: officialiseer het beroep van makelaar, voorzie regelgeving, vraag transparantie, zorg voor een plafond op de percentages die ze kunnen 'pakken' op transfers. Wie kan daar eigenlijk tegen zijn? Buiten de mannen die buiten de lijntjes kleuren, natuurlijk."

Van Puyvelde: "Dat lijkt me een zeer interessante piste. Ik heb al mails gekregen van makelaars die zeggen dat ze niet liever zouden willen." Momenteel kan iédereen makelaar worden: 500 euro leggen en klaar. "Maar als jij naar de dokter gaat, wil je toch ook niet behandeld worden door iemand die zijn school niet heeft afgemaakt? Terwijl in het voetbal iedereen je zaken kan doen. Onzinnig. Een kwaliteitslabel voor intermediairs zou verandering kunnen brengen."
05/01/2018 - Deel 4: competitie(f)
[spoiler]
2018 is het jaar waarin de Rode Duivels op z'n minst probéren wereldkampioen te worden. Maar hoe moet het nadien verder met ons voetbal? Uw krant sprak met de beleidsbepalers die het komende decennium aan het stuur zitten. Vandaag het laatste deel. Hoe blijft onze competitie competitief?

"Krachten bundelen of we spelen niet meer mee"
De kans is reëel dat de Europese topclubs in 2024 een aparte supercompetitie oprichten. Een slechte zaak voor het Belgische voetbal, dat net nood heeft aan een schaalvergroting. "Het is tijd om opnieuw na te denken over een BeNeLeague", klinkt het bij onze topclubs.

Moeder, waarom leven wij? Die vraag zullen de Belgische clubs zich dit seizoen wellicht allemaal gesteld hebben na hun parcours in Europa. AA Gent werd gewipt door elf Oostenrijkse bakkers en slagers, anderlecht kreeg een pandoering van de Europese elite, Club Brugge mikte op de Champions League maar viel zelfs door het vangnet van de Europa League. En zelfs kan KV Oostende (out tegen Marseille) en Zulte Waregem (winst tegen Vitesse en Nice) weinig verweten worden, de vraag klinkt even luid: hebben we überhaupt nog iets te zoeken in Europa?

Net onder de top
Een te pessimistische stelling, vinden velen. "We hebben zeker nog een bestaansreden in het Europese voetbal", zegt Bart Verhaeghe, voorzitter van Club Brugge. "Ik denk, eerlijk waar, dat we te weinig fier zijn op onze eigen competitie. Je hebt de échte top - Engeland, Duitsland, Italië, Spanje Frankrijk - maar daaronder komen wij. Zeker weten. We spelen een moderner voetbal dan Nederland, de Scandinavische ploegne, Polen, zélfs Portugal. Ons voetbal sluit nauw aan bij wat in de Bundesliga of Premier League gevraagd wordt. En ik zeg dit niet op basis van buikgevoel, hé. Ik baseer me op statistieken, die uitzijwen dat we het op Europees vlak zeer goed doen. Natuurlijk is er ruimte voor verbetering, maar da's toch net positief? Er zit dus nog rek op. Ik ben niet wanhopig, niet negatief, niet pessimistisch over ons voetbal. Máár: we moeten wel de juiste ingrepen doen om dat waar te maken."

Dat laatste zal belangrijk zijn. Want wie verder kijkt dan zijn eigen navel en de waan van de dag, ziet dat er enorme veranderingen op til zijn in het Europese voetballandschap. De eerste stap is de vernieuwde Champions League die vanaf volgend seizoen zijn intrede maakt. Voor de gemiddelde tv-kijker verandert er misschien niet zo veel - er komen gewoon 32 ploegen aan de start, die eerst een poulefase spelen en na de winterstop overgaan naar een knock-out-systeem -, voor de clubs is de nieuwe formule wél zeer ingrijpend. Om een lang verhaal kort te maken: de vier toplanden krijgen elk vier tickets voor de poulefase (in plaats van elf rechtstreekse en drie onrechtstreekse tickets), waardoor er minder plaatsen voor de 'kleintjes' overschieten. Anderzijds: België mag nog steeds één club rechtstreeks afvaardigen, én de poulefase zal ongeveer 30 miljoen opleveren in plaats van 15.

Maar de opgepoetste Champions League is toch vooral een nieuwe stap in de richting van de totale afscheiding van het selecte kransje absolute topclubs tegenover de rest van Europa. De groten worden groter. De rijken rijker. En wat we nu zien, is nog maar de top van de ijsberg. éHet is echt geen denkbeeldig scenario dat de Europese toppers zich losscheuren en onder elkaar een verhaal starten", weet Jo Van Biesbroeck, operationeel manager van anderlecht. Achter de schermen van de UEFA is dat een gevecht dat in alle hevigheid woedt. "Als je vanop een afstand kijkt naar de evoluties, zie je duidelijke patronen. In elke grote Europese competitie zijn er twee, drie ploegen die er mijlenver bovenuit steken. Barcelona, Real en Atlético in Spanje, Juventus, Inter en Napoli in Italië. PSG in Frankrijk, Bayern en Dortmund in Duitsland. Hoelang vinden die ploegen het zelf nog interessant om in hun nationale competities te spelen? Ik vrees dat je naar een soort Formule 1 gaat in het voetbal. Een set van grote ploegen die enkel nog met elkaar willen voetballen."

Die stelling wordt ons via verschillende goedgeplaatste bronnen bevestigd. Ook Michaël Verschueren vermoedt dat het die richting zal uitgaan. Niemand in België die een beter zicht heeft dan hij over de aardverschuiving die eraan komt. Verschueren vertegenwoordigt anderlecht in de European Club Association (ECA), de belangenvereniging van de belangrijkste voetbalclubs in Europa. Meer nog: hij is er lid van het hoogste orgaan - de Executive Board waarin o.a. Nasser Al-Khelaifi en Josep Bartomeu, voorzitters van PSG en Barcelona, zetelen - en leidt er de werkgroep financiën. De bestuurder van anderlecht ziet vanop de eerste rij hoe moeilijk het zal zijn om de Europese grootmachten te blijven onderbrengen in een door UEFA georganiseerde competitie. "Voorlopig heeft de UEFA alle partijen nog kunnen overtuige om verder te doen - met als tegemoetkoming meer plaatsen in de Champions League voor de grote landen en meer inkomsten dan voordien. De nieuwe cyclus loopt van volgende zomer tot 2021. Wellicht zal die nog verlengd worden tot 2024. Maar daarna vrees ik dat we als kleinere voetballanden met z'n allen zullen moeten vaststellen dat de grootste clubs hun interesse zullen verliezen: die poulefase van de Champions League zal voor hen geen enkele zin meer hebben, omdat ze zoveel sterker zijn."

Die vaststelling koppelt Verschueren aan het toenemende belang van de niet-Europese voetbalmarkten. "We gaan de komende vijf jaar naar een mondialisering van de voetbalsport. Ploegen uit Azië komen steeds sterker op, Noord- en Zuid-Amerika worden sportief en economisch steeds belangrijker. Aangezien in voetbal alles over geld en branding gaat, lijkt het me logisch dat de grote Europese clubs meer zullen aansluiten bij dat verhaal. Eeen soort World League dus, waarin de grootste clubs van de beste continenten een super-nacompetitie afwerken."

All about the money
De vraag is wat de plaats van België is in dat verhaal. Proberen aan te klampen bij de Real Madrids en Bayern Münchens van deze wereld is zinloos en naïef, de vooruitzichten op een tweewekelijkse Club-Kopenhagen of anderlecht-APOEL Nicosia niet bepaald opwindend. Maar het zijn wel die laatste affiches die steeds vaker op het programma zullen staan. Verschueren vindt dat geen drama. "Studies wijzen uit dat het publiek vooral interesse toont in wedstrijden die spannend zijn. PSG-anderlecht is fantastisch voor de Belgische kijkers, misschien vind je in Frankrijk nog wat animo. Maar voor de rest? Ik weet dat ik tegen mijn eigen winkel spreek, maar het is nu eenmaal zo. Volgens mij zullen we ook nog evolueren naar een soort 'tier three' (derde laag, red.) in Europa." Bovenaan de Champions/World League, daaronder de Europa League en daar nog een nieuwe competitie onder. "De Belgische clubs zullen vooral in die twee laatste formats aantreden. Heel af en toe, als een van onze topclubs een uitzonderlijke generatie heeft, zullen we de poorten van de hoogste competitie kunnen openen. Ach, it's all about money, op het einde van de rit. De marktgrootte bepaalt je middelen."

Op dat vlak heeft België met zijn 11 miljoen inwoners een enorm competitief nadeel. Hoe kleiner de competitie, hoe minder groot het tv-contract, hoe moeilijker om grote sponsors aan te trekken. In een voetbalwereld die elk jaar opnieuw om meer geld draait, is de vraag of een land als het onze niet dringend naar manieren moet zoeken om aan schaalvergroting te doen. De enige mogelijke manier om dat te verwezenlijken lijkt een samenwerking met andere landen. Michaël Verschueren denkt er hetzelfde over. In navolging van zijn vader Michel, die in de jaren negentig een hevige bepleiter van een BeNeLeague was - een competitie met Belgische en Nederlandse clubs - vindt hij een samenwerking met onze noorderburen de beste oplossing. "Vijfentwintig jaar geleden is dat niet gelukt omdat Nederland te veel te verliezen had in dat verhaal." Ajax had net de Champions League gewonnen en Oranje was absolute wereldtop, terwijl ons voetbal net aan het afglijden was. "Nu ligt dat verhaal anders." Nederland verliest terrein in Europa en met de nationale ploeg. "Ik denk dat dit het moment is om opnieuw na te denken over een vereniging van onze krachten. Tot een jaar geleden blokten de Nederlanders het idee af. Maar ik voel nu meer en meer draagvlak. Niet zo lang geleden heb ik contact gehad met mensen van PSV en Ajax. Ik zeg niet dat ze zelf initiatiefnemer zijn, maar ze hebben zeker en vast een luisterend oor. Ze voelen nattigheid. Zelf zijn ze hun Champions League-ticket kwijt, en als Club Brugge of anderlecht de komende jaren elk één of twee keer in de vernieuwde Champions League speelt - met 30 miljoen euro bonus dus -, zullen ze alleen terrein verliezen."

Loch Ness
Niet alleen het anderlecht-kamp denkt er zo over. Dezelfde geluiden horen we bij de andere Belgische topclubs. Club Brugge, AA Gent, Racing Genk: de deuren staan wijd open voor onderhandelingen. "We staan positief tegenover elk voorstel dat het Belgisch voetbal naar een hoger niveau kan tillen", klinkt het bij Club-voorzitter Verhaeghe. "Een recente analyse heeft aangetoond dat de marktvergroting die de creatie van een BeNeLeague met zich meebrengt ons in staat zou kunnen stellen om de financiële kloof met de grotere Europese voetballanden wat kleiner te maken. Een competitie met alle sterkste Belgische en Nederlandse clubs zou ons voetbal evenzeer ten goede kunnen komen. Uiteraard zouden we ertoe verplicht worden de fundamenten van onze eigen Belgische liga's te herdenken, maar ik zie daarin vooral opportuniteiten waarvan ook de kleinere clubs mee de vruchten kunnen plukken. Nu er geen sprake meer is van een groot kwaliteitsverschil tussen de Nederlandse en Belgische competitie is er ook in Nederland steeds meer draagvlak voor dit idee."

Patrick Janssens, algemeen manager van Racing Genk, voelt ook dat de neerwaartse spiraal van het Nederlandse voetbal opportuniteiten biedt. "Al vergelijk ik het concept van de BeNeLeague wel graag met het monster van Loch Ness: dat verschijnt ook om de zoveel tijd om dan weer te verdwijnen. Maar eerlijk: het is een interessante piste voor de twee landen. Nederland zit in een voetbalcrisis en zoekt oplossingen. Wij weten dat de huidige generatie van de Rode Duivels eindig is en we het huidige hoge niveau en de grote aantrekkingskracht niet gemakkelijk kunnen blijven volhouden. Onze landen botsen tegen hun limieten. Het draagvlak is groot. Door samen te werken kunnen we misschien nog iets betekenen, als competitie net onder de vijf grote landen. En dat is misschien niet per se in het voordeel van Racing Genk: wij hebben in België een veel grotere rol te spelen dan in een competitie waarin ook de Nederlandse topclubs meedoen."

AA Gent-manager Michel Louwagie sluit zich daarbij aan. "Het zal bijna moéten. We schuiven de problematiek misschien nu nog voor ons uit, maar de dag dat ons land, zoals in Nederland nu al het geval is, Europese tickets zal moeten prijsgeven, zal dat wel veranderen. Het voetbal verandert veel sneller dan we denken. We hebben er alle belang bij dat België ook in het nieuwe Europa met vier, vijf clubs concurrentieel blijft."

Sceptische kleintjes
Maar zelfs al is het draagvlak nooit zo groot geweest, toch blijft een competitiehervorming een zeer gevoelige materie. Kijk maar naar het gepalaver over de play-offs en de aanpassingen die al dan niet moeten gebeuren. Op Belgische schaal doet dat al heel wat stof opwaaien - welke zandstorm moet een discussie over een BeNeLeague dan niet opleveren? Een korte rondvraag bij de kleinere eersteklassers leverde een pak meer terughoudende reacties op. Eddy Cordier van Zulte Waregem, de ploeg die zich dit seizoen tijdelijk tot lid van de 'G6' had opgewerkt, is sceptisch. "Wij zijn geen voorstander, nee. In mijn ogen is dit niet in het voordeel van de 'kleine' clubs. Ik vraag me af waarom we in België altijd anders willen doen. We zouden beter teruggrijpen naar een klassiek competitieformat." Standard wenste als enige topclub niet te reageren.

"Verandering zal altijd gepaard gaan met verzet", weet Verschueren. "En dat is normaal. De kleinere clubs zullen erop wijzen dat hun bestaansreden net bestaat uit wedstrijden tegen anderlecht, Club en Standard. er zullen discussies komen over welke clubs wel en welke niet in aanmerking komen. De rol van de bonden en profliga's zal veranderen, hoe zullen zij reageren? Ja: er zijn veel vraagtekens, het zál ongemakkelijke situaties opleveren. Maar het is tijd om de realiteit onder ogen te zien. Het thema is zo lang weggeduwd omdat het zo gevoelig ligt, maar in 2024 zal de voetbalwereld zó veranderd zijn dat België niet anders kan dan nu te anticiperen. Althans, als we nog de ambitie hebben enigszins mee te spelen. Als we niets doen, is het ook zo. Dan spelen we gewoon de wedstrijden in België die we altijd al gespeeld hebben en krijgen we af en toe eens een leuke affiche in de Europa League. Maar het is tijd om het debat ten gronde te voeren."

----------------------------------------------------------------------------------------------------

Deze maand ook Belgische competitiehervorming op tafel

De BeNeLeague is een verhaal van lange adem, maar op korte termijn ligt er ook in België zelf een competitiehervorming op tafel. Deze maand vergaderen de clubleiders in de Pro League over een nieuw tv-contract en eventuele aanpassingen aan de play-off-formule. De twee dominante strekkingen liggen voorlopig ver uiteen. De eerste wil terug naar een traditionele competitie met heen- en terugwedstrijden en zonder play-offs. Club Brugge is de voortrekker: "Om concurrentieel te zijn in Europa mag het zwaartepunt niet op het einde van de competitie", aldus voorzitter Verhaeghe. "Dat is bij play-offs wel het geval. En ik kan zwart op wit bewijzen dat ons voetbal in de play-offs allesbehalve top is. Slechter voetbal op de belangrijkste momenten: wille we daar naartoe? Wij vinden dat onze clubs minder wedstrijden moeten spelen, waardoor de belasting minder hoog ligt. Dat biedt bijvoorbeeld ook ruimte om de beker op te waarderen."

Aan de andere kant staan de believers van het huidige systeem. "Ik vind het argument van de zware belasting wat vreemd", zegt Genk-manager Janssens. "Wij hebben vorig jaar 65 wedstrijden gespeeld, het meeste van héél Europa. We hebben play-off 1 niet gehaald, maar toch was het echt een topjaar voor ons. Ik hoor dat AA Gent daar hetzelfde over denkt. In elke andere sector zou dat een goede zaak zijn: meer productie met min of meer dezelfde middelen, dat is net efficiënt. Bovendien: dertig jaar wetenschappelijk onderzoek zegt dat de economische vraag naar voetbal stijgt wanneer topclubs tegen elkaar spelen en het resultaat onzeker is. Exact waar play-offs voor staan, dus."

Voor een competitiehervorming is er een meerderheid van 80 procent nodig binnen de Pro League.
Gebruikersavatar
nesnaj713
Supersub
Berichten: 1208
Lid geworden op: 29 mei 2016, 20:54
Locatie: Lommel

Re: [JPL] Algemeen

Bericht door nesnaj713 »

Thanks Cé! Zijn interessante artikels!
Cedrinho
Sleutelspeler
Berichten: 4632
Lid geworden op: 29 mei 2016, 20:39

Re: [JPL] Algemeen

Bericht door Cedrinho »

Wie zien jullie degraderen eigenlijk?
Ik heb zo'n gevoel dat het tussen KVO en Eupen zal gaan..
Gebruikersavatar
Fire
Sleutelspeler
Berichten: 2863
Lid geworden op: 29 mei 2016, 23:55
Locatie: Leuven

Re: [JPL] Algemeen

Bericht door Fire »

Eupen
For the Good of the Game? For the Love of the Many!
:fire:
Gebruikersavatar
Alethio
Sleutelspeler
Berichten: 3452
Lid geworden op: 30 mei 2016, 09:17

Re: [JPL] Algemeen

Bericht door Alethio »

Yup.
Hans1981
Basisspeler
Berichten: 2077
Lid geworden op: 17 jul 2016, 23:24

Re: [JPL] Algemeen

Bericht door Hans1981 »

Zekers.
Gebruikersavatar
Gratchski
Sleutelspeler
Berichten: 4743
Lid geworden op: 29 mei 2016, 21:15
Locatie: 313

Re: [JPL] Algemeen

Bericht door Gratchski »

Eupen wss ja
KVO zal we lafscheidscadeauke van Coucke krijgen om er zeker in te blijven.
Laatst gewijzigd door Gratchski op 19 jan 2018, 21:35, 1 keer totaal gewijzigd.
"Just because you are offended, doesn't mean you are right."
Gebruikersavatar
rambopirou
A-kern
Berichten: 645
Lid geworden op: 29 mei 2016, 22:54

Re: [JPL] Algemeen

Bericht door rambopirou »

Gratchski schreef: Eupen wss ja
KVO zal we lafscheidscadeauke van Coucke krijgen om er zeker in te blijven.
Mag/kan Coucke nog investeren in Oostende ?
Gebruikersavatar
Gratchski
Sleutelspeler
Berichten: 4743
Lid geworden op: 29 mei 2016, 21:15
Locatie: 313

Re: [JPL] Algemeen

Bericht door Gratchski »

rambopirou schreef:
Gratchski schreef: Eupen wss ja
KVO zal we lafscheidscadeauke van Coucke krijgen om er zeker in te blijven.
Mag/kan Coucke nog investeren in Oostende ?
absoluut, daar is de overnameprijs nog niet afgesproken en geregeld, dus hij mag vlotjes alles doen.

Anderlechtspelers lenen zou momenteel er over zijn ;-)
"Just because you are offended, doesn't mean you are right."
Plaats reactie